Macintosh Retail Group reageerde te traag op veranderingen in de markt en greep niet rigoureus genoeg in. Dat concluderen de curatoren in hun eindrapport over de oorzaken van het faillissement eind 2015. Onder Macintosh vielen onder meer de schoenenketens Manfield, Dolcis en Invito.
Sinds de kredietcrisis in 2008 ging het bergafwaarts met Macintosh. De top vertrouwde er volgens de curatoren lange tijd op dat de consument de weg naar de winkels wel weer zou weten te vinden als het economisch beter zou gaan. Het concern hield vast aan de groeistrategie, waarbij werd uitgegaan van synergievoordelen, en nam zelfs nog een keten over (het Engelse Ruby met als belangrijkste formule Jones Bootmaker).
De komst van internetwinkels als Zalando verergerde de situatie. Bovendien gingen ook ketens als Zara, Primark en H&M steeds meer (goedkope) schoenen verkopen. Macintosh zette weliswaar meer in op internetverkoop, maar de stijgende omzet daar ging ten koste van die in de winkels. Het lukte Macintosh vanwege langlopende huurcontracten moeilijk om van winkels af te komen. De top liet na om fors te herstructureren en ketens vroegtijdig af te stoten.
De curatoren wijzen erop dat het faillissement van Macintosh niet op zichzelf staat. Zo vielen in dezelfde periode ook onder meer Mexx, Schoenenreus en V&D om. De curatoren hebben geen bewijzen gevonden voor onbehoorlijk bestuur. De toenmalige top hoeft dus geen juridische procedures te verwachten. Het voorlopige faillissementstekort bedraagt volgens de curatoren ruim 55,5 miljoen euro.
Jan Janssen 8 aug, 12:58